ALK
Biotoop
Broedt op steile rotskusten, bij voorkeur op brede, beschutte richels; ook tussen rotsblokken of in holen. Ook op lagere rotsen en eilandjes wanneer deze voldoende afgelegen zijn.
Kenmerken
Kenmerkende hoge, stompe, zijdelings afgeplatte snaveL met witte strepen. In vlucht witte onderdekveren contrasterend met zwartachtige slagpennen, snavel iets omhooggericht en poten in lange staart verborgen (bij Zeekoet steken deze uit). Bovenzijde van de vogel altijd zwarter dan Zeekoet. Lange spitse staart. Nogal zwijgzaam; zeer diep klinkende urr in broedkolonie.
Foto's
Klik op een plaatje voor grotere afbeeldingen